CEA/CH (Collie Eye Anomaly/ Choroidal Hypoplasia)
De Collie Eye (=oog) Anomaly (=aangeboren abnormaliteit) of CEA is een verzamelnaam van een groep aangeboren ontwikkelingsstoornissen van
het netvlies/vaatvlies en de achterwand van het oog. De afwijkingen komen meestal aan beide ogen voor, maar kunnen ook éénzijdig voorkomen.
CH is een abnormaliteit in de kleuring of pigmentatie van het vaatvlies in de oogkas.
CEA is in het algemeen niet progressief (verslechterend). De pups worden dus met CEA geboren
of niet. CEA veroorzaakt geen pijn voor de hond.
Pups kunnen alleen voor de leeftijd van 8 weken op CEA worden onderzocht. Dit
is
omdat de reflectorlaag in het oog dan nog niet geheel aanwezig is. Het oog is dan voor de
oogspecialisten goed te beoordelen. Wanneer de pup ouder is dan 8 weken kan de inmiddels gevormde refectorlaag in het oog plekjes aan het oog
van de oogspecialist onttrekken. Voor het vaststellen van de overige vormen van CEA is het beter te wachten tot de oogbol volgroeid is.
Erfelijkheid:
Bij de meeste rassen met CEA wordt tot nu toe aangenomen dat de overerving autosomaal
recessief gebeurt. Dit houdt in dat alle aangetaste honden homozygoot zijn voor hetzelfde
mutant gen, onafhankelijk van het feit of er nu enkel CH letsels zijn of dat er ook andere
afwijkingen bijhoren. Honden die heterozygoot
zijn, dit wil zeggen dat ze maar een mutant gen
hebben, zullen zelf nooit oogafwijkingen hebben en kunnen dus bij oogonderzoek niet
onderscheiden worden van de homozygoot normale honden.
DNA test:
Het mutant
gen voor CEA is gevonden. Na uitgebreid onderzoek uitgevoerd aan de Cornell Universiteit en het Fred Hutchinson Cancer Research Centrum, blijkt dat zowel de beperkte als de erge vormen van CEA/CH het gevolg zijn van eenzelfde mutatie die op een identieke plaats
optreedt bij de verschillende rassen met CEA/CH. Het gaat om een recessieve mutatie.
Dat wil zeggen dat enkel die honden die een kopie van die mutatie hebben doorgekregen van vader en van moeders kant aangetast zullen zijn.
Een DNA-onderzoek voor CEA/CH kan leiden tot drie uitslagen:
• Genotype Normal (vrij deze hond kan de ziekte ook niet doorgeven.)
• Genotype Carrier (99% kans op een drager)
• Genotype Affected (99% kans
op een lijder)
Cataract
Cataract is een verzamelnaam voor alle vormen van vertroebeling van de lens. Het oog krijgt hierdoor een melkachtige kleur en de hond wordt blind. Niet alle vormen van cataract zijn erfelijk
bepaald, cataract kan ook optreden na een ontsteking, een trauma aan het oog of suikerziekte.
Erfelijke ziektes die de cataract veroorzaken zijn o.a. lensluxatie, retina dysplasie en PRA.
Mijn honden worden voorafgaand aan elke dekking getest op
deze ziektes. Omdat er nog geen genetische test is ontwikkeld dient de handmatige test jaarlijks opnieuw te worden gedaan. Met honden die lijders zijn wordt niet gefokt.
Cataract is geen dodelijke ziekte maar leidt in de meeste gevallen tot volledige
blindheid.
Progressieve retina atrofie (PRA)
PRA zorgt voor een achteruitgang van het netvlies.
Bij de Nederlandse schapendoes is er reeds een gentest ontwikkeld voor PRA. Bij de border collies wordt deze oogziekte nog meegenomen in het algemene
Jaarlijkse oogonderzoek.
Mijn honden worden voor iedere dekking getest op de meest voorkomende oogziektes. Deze test wordt jaarlijks handmatig herhaald.
PRA is in principe niet dodelijk maar deze afwijking leid in alle gevallen tot blindheid.
Lensluxatie (PLL)
Bij lensluxatie ‘verzakt’ de lens van het oog door een verzwakking van het weefsel om de lens.
Bij Jack Russells is inmiddels een bloedtest ontwikkeld waarbij dragers en lijders kunnen worden opgespoord.
Bij border collies komt deze aandoening wel eens voor maar met name bij dubbele merles (kruising van merle x merle) Bij deze dieren zijn de ogen niet of niet geheel ontwikkeld waardoor een aandoening als lensluxatie makkelijk voorkomt.
PLL
is geen dodelijke aandoening. Bij ernstige gevallen kan de hond echter blind worden.