HD
Heupdysplasie of ook wel kortweg HD is een aandoening van de heupen. Het heupgewricht bestaat uit een heupkop, een heupkom en het gewrichtskapsel. Bij een afwijking aan dit heupgewricht kan op den duur artrose ontstaan. Heupdysplasie is een zogenoemde multifactoriële aandoening. Dat wil zeggen dat er meerdere factoren een rol spelen;
1. Erfelijkheid: heupdysplasie is voor ongeveer 30% een erfelijk bepaalde aandoening. HD-vrije ouders kunnen pups krijgen die wel HD ontwikkelen. Andersom kunnen uit ouders met HD ook HD-vrije pups geboren worden. De kans op het laatste is echter een stuk kleiner. Het wordt dan ook ten sterkste afgeraden om met honden te fokken die HD hebben.
2. Externe factoren als voeding en beweging: Overgewicht en verkeerd gebruik van voedingssupplementen kunnen het ontstaan van HD in de hand werken. Daarnaast is ook overmatig beweging als traplopen en springen een niet te onderschatten factor in het ontwikkelen van HD.
Na een zorgvuldig onderzoek kan de verdenking van heupdysplasie uitgesproken worden. De bevestiging krijgen we alleen door röntgenfoto’s.
Bij de röntgenbeoordeling van het heupgewricht zijn een aantal zaken van belang:
De vorm van de kop
De vorm van de kom
De aansluiting van de kop in de kom
De eventuele aanwezigheid en ernst van artrose
Bij afwijkingen van één of meer van bovengenoemde spreken we van HD.
OCD, LPC, LPA en incongruentieElleboogdysplasie
Dit is een verzamelnaam voor verschillende aandoeningen die problemen aan de elleboog kunnen geven, zoals LPC, OCD, LPA, een incongruentie
in de elleboog of een trauma. Elleboogdysplasie kan in één of beide ellebogen voorkomen, wanneer beide ellebogen zijn aangedaan zie je vaak niet veel aan hond, omdat hij dan ‘synchroon’ kreupel loopt.
Met uitzondering van
elleboogdysplasie door trauma, treedt deze dysplasie vaak op tussen de 4,5 en 9 maanden, wanneer een hond snel groeit. Erfelijkheid speelt een belangrijke rol, maar ook de beweging, het gewicht van de hond en de voeding zijn van grote invloed. ervan.
Oorzaken van elleboogdysplasie
OCD
OCD, oftewel Osteochondrosis Dissecans, is een beschadiging van het kraakbeen in het ellebooggewricht; vaak ligt er een stukje kraakbeen los wat het bot irriteert. Wanneer dit losse stukje tijdig wordt verwijderd
herstelt OCD meestal goed. Wanneer een hond te lang met OCD blijft rondlopen, dan gaat het lichaam zelf kraakbeen aanmaken om het gewricht te ondersteunen. Deze artrose zorgt voor kreupelheid en stijfheid en maakt de genezing lastig. Honden van grote rassen,
die snel groeien, lopen meer risico op OCD dan kleine honden. Ook de belasting van de opgroeiende hond is van groot belang; overbelasting verergert de kans op OCD, evenals te energierijke voeding en overgewicht.
LPC
LPC staat voor Los Processus
Coronoideus. Het Processus Coronoideus is een kraakbenig stukje in het ellebooggewricht dat tijdens de groei verwordt tot hard bot. Wanneer een hond zijn ellebogen overbelast, bijvoorbeeld door fanatiek van de trap af te denderen of als een dolle van de bank
en uit auto’s te springen, kan dit stukje, of een deel daarvan nog voor het verhardt afbreken. Dit losse stukje kan operatief worden verwijderd, wat tot een goed herstel leidt. Het probleem met LPC is alleen dat het lichaam al snel, zodra het stukje
kraakbeen loslaat, zelf probeert dit te compenseren door de aanmaak van nieuw kraakbeen, dit noemen we artrose. Deze artrose maakt een operatie en het verdere herstel erg lastig.
LPA
LPA staat voor Los Processus Aconeus. Het Processus Aconeus
is een stukje bot aan de achterkant van het ellebooggewricht. In de groeifase hoort deze vast te groeien aan de ellepijp. Wanneer dit niet gebeurt blijft het Processus Aconeus loszitten en irriteert het omliggend (bot-)weefsel. Dit veroorzaakt pijn en ongemak
bij het bewegen. Ook in dit geval geldt dat het losse stukje bot zo snel mogelijk moet worden verwijderd, voordat er artrosevorming optreedt.
Incongruentie
Incongruentie: Hierbij sluiten het spaakbeen en de ellepijp in het gewricht niet goed
op elkaar aan, bijvoorbeeld doordat het spaakbeen of de ellepijp te lang of te kort is; de elleboog ‘past’ dan niet. Dit veroorzaakt irritatie bij het omliggende kraakbeen en (bot-)weefsel en eveneens artrosevorming. Deze incongruentie kan ook
een LPA of LPC veroorzaken. De incongruentie kan met een vrij ingrijpende operatieve ingreep verholpen worden. Hierbij wordt een stuk van het te lange bot verwijderd, of met pennen juist uitgerekt. Ook een aanwezige LPA of LPC wordt verwijderd. Absolute rust
is een belangrijke voorwaarde voor een goed herstel van deze operatie.
Trauma
Ook door een val, een aanrijding of een verstapping kan een elleboog beschadigd raken en OCD, LPC, LPA of artrose in het ellebooggewricht ontstaan.
De
behandeling van elleboogdysplasie
Zoals u hierboven heeft kunnen lezen kan een operatie noodzakelijk zijn om artrosevorming en verergering van de klachten te voorkomen. Ook fysiotherapie en acupunctuur kunnen een hond met elleboogdysplasie ondersteunen
in het herstel. Voor welke therapievorm of behandeling u ook kiest, u kunt uw hond met elleboogdysplasie zelf ook ondersteunen met 3 verschillende, natuurlijke middelen:
Phytonics Joint comp
Joint comp bevat de bouwstoffen glucosaminesulfaat en
chondroïtinesulfaat voor de vorming van de proteo-glycanen. De proteoglycanen vormen samen met water, kraakbeencellen en collageen het gewrichtskraakbeen. Het kraakbeen fungeert als een stootkussen tussen beide delen van het gewricht. Het aanwezige Cetyl
myristoleaat fungeert als smeermiddel. Daarnaast bevat Joint comp plantendelen met een ontstekingsremmende- en pijn-stillende werking. De botten en het bindweefsel worden verstevigd en de spierspanning wordt verminderd. Joint comp bevat Montmorilloniet, een
katalysator van fyto-therapeutica. Dit maakt Joint comp krachtig en zuinig in gebruik. Joint comp is alleen verkrijgbaar via uw dieren-arts of –therapeut.
Joint comp bevat geen calcium, de voeding van de opgroeiende hond bevat in de regel
voldoende calcium. Een overmaat aan calcium verhoogt de renale uitscheiding van magnesium, waardoor een tekort hieraan kan ontstaan. Doordat Joint comp geen calcium bevat is het ook geschikt voor jonge dieren. Bij elleboogdysplasie op jonge leeftijd is Joint
comp te verkiezen boven andere glucosaminepreparaten die wel calcium bevatten.
Visolie: Doils Joint
De bij artrose aanwezige ontstekingen in de gewrichten worden geremd door de eicosanoïden uit Omega-3 vetzuren indien deze in hoge dosering
worden toegediend. Hierdoor zullen de klinische klachten verminderen. Ervaring uit de praktijk laat zien dat na enkele weken toediening de dosering pijnstillers vaak verlaagd kan worden. Ook zijn er aanwijzingen dat de kraakbeenafbraak geremd kan worden. Onverzadigde
vetten zijn gekromde, flexibele ketens terwijl verzadigde vetten juist stugge, rechte ketens zijn. Eenmaal in de cel nemen ze behoorlijk wat ruimte in en rekken ze hierdoor de celwand op. Hierdoor wordt deze zo elastisch dat de prikkeloverdracht tussen de
cellen wordt verbeterd. Doils Joint bevat een bijzonder hoog gehalte EPA en DHA, dit zijn de stoffen met een therapeutische, ontstekingsremmende en celversoepelende werking.
Puur Arthro
Puur Arthro is speciaal ontwikkeld voor honden met artrose
in boeg-, elleboog-, carpaal-, knie- en tarsaalgewricht. Het is niet de eerste keus bij heupartrose, dan kan beter voor Puur Dyspla worden gekozen. Puur Arthro bevat Bryonia, een extract van heggerank wat verlichting geeft bij hevige pijn. Hiernaast bevat
het Calcium fluoratum, een verdunning van het mineraal calcium fluoride, dat wordt ingezet bij bot-woekeringen rond het gewricht en dan met name op de overgang van peesweefsel naar het periost (botvlies).
Gespleten gehemelte
Gespleten gehemelte is een erfelijke afwijking die gelijk vererft als PRA. Dus er zijn lijders (deze overlijden vaak na de geboorte), dragers en vrije honden. Als een pupje geboren die een gespleten gehemelte heeft, is de enige humane optie euthanasie. De pup kan niet drinken en zal dus geen of in ieder geval weinig voeding krijgen; het gespleten gehemelte maakt het zuigreflex onmogelijk.
Als er een kleine spleet in het gehelte zit, kan er tot operatie over gegaan worden om het te dichten.
Vererving is aangetoond maar er is nog geen DNA markeertest om deze afwijking aan te tonen. Op dit moment is men in Amerika druk bezig met het ontwikkelen van een test.
Spondylose/ arthrose
De wervelkolom van een hond bestaat uit harde wervels die kunnen bewegen ten opzichte van elkaar door de gewrichten en de tussenwervel-
schijven. Deze
tussenwervelschijven vormen de verbinding tussen twee harde wervels en bestaan uit een buitenste ring van kraakbeen (de annulus fibrosus) met daarin een zachte kern (de nucleus pulposus).
Deze tussenwervelschijven werken als stootkussen en voorkomen dat de wervels hard tegen elkaar aan botsen en zo slijten. Wanneer de stootkussens, die in ieder gewricht zitten, beschadigd raken en er botwoekeringen ontstaan, spreken we van artrose. Wanneer het specifiek de stootkussens tussen de wervels betreft en er botwoekeringen tussen de ruggenwervels ontstaan, dan spreken we van spondylose.
Spondylose is een aandoening die voornamelijk bij honden op leeftijd voorkomt. Bij sommige rassen komt spondylose echter ook voor op jonge leeftijd. Grote rassen ontwikkelen
relatief vaker spondylose dan kleine rassen. Ook beweging kan van invloed zijn op het ontstaan van spondylose. Denk aan pups die op jonge leeftijd teveel (moeten) bewegen of sporthonden die van geen ophouden weten en teveel van hun lichaam vragen. Een goede,
gedoseerde beweging is van groot belang bij het voorkomen van spondylose.
Symptomen van spondylose
De rug en/of nek wordt stijf en pijnlijk. Dit resulteert vaak in een stijve, stramme of zwabberende gang. Vaak wordt hierdoor de bespiering in
de achterhand minder (‘ingevallen billen’). Ook liggen, opstaan en ‘opstarten’ gaat moeilijk, als de hond eenmaal op gang is versoepelt de beweging vaak weer iets.
Honden met spondylose willen en kunnen vaak geen bewegingen
maken waarbij ze hun rug belasten, zoals traplopen of in en uit de auto springen. Ook kunnen ze last krijgen van problemen met de ontlasting en urineren (incontinentie).
De diagnose van spondylose
Spondylose kan worden vastgesteld door röntgenologisch
onderzoek, hierop zijn de bruggen en haken in de wervelkolom vaak duidelijk te zien.
De behandeling van spondylose
De botwoekeringen die ontstaan door spondylose gaan niet meer weg, ze zijn ook niet operatief te verwijderen. Het is van belang
om nieuwe artrosevorming zo veel mogelijk tegen te gaan, de rug soepel te houden en de bespiering in de achterhand te optimaliseren waardoor het ongemak voor de hond zo min mogelijk is. Daarvoor zijn er verscheidene middelen in de handel; hiervoor kunt u uw
dierenarts of fysiotherapeut raadplegen.